Het verkrijgen van een intracommunautair BTW-nummer (ook wel “VAT ID” genoemd) verschilt tussen Spanje en Nederland vanwege verschillen in nationale regelgeving en procedures. Hieronder worden de belangrijkste verschillen uiteengezet:
1. Procedure voor aanvraag
• Spanje:
In Spanje is het verkrijgen van een intracommunautair BTW-nummer niet automatisch na registratie voor BTW (IVA). Bedrijven moeten apart verzoek indienen bij de Spaanse belastingdienst (Agencia Tributaria). Dit gebeurt via het formulier Modelo 036. De belastingdienst kan aanvullende documentatie opvragen, zoals bewijs van economische activiteit, contracten of facturen, om te beoordelen of de aanvrager voldoet aan de voorwaarden.
De belastingdienst voert vaak een strikte controle uit voordat het nummer wordt toegekend. Pas na goedkeuring wordt het bedrijf opgenomen in het Registro de Operadores Intracomunitarios (ROI).
• Nederland:
In Nederland wordt een intracommunautair BTW-nummer doorgaans automatisch verstrekt bij de registratie als BTW-plichtige onderneming bij de Belastingdienst. Als een bedrijf aangeeft intracommunautaire transacties te willen verrichten, wordt het BTW-nummer geactiveerd voor deze doeleinden. Dit is minder tijdrovend dan in Spanje, en er is meestal geen aparte aanvraag nodig.
2. Tijdlijn voor goedkeuring
• Spanje:
De procedure kan enkele weken tot maanden (!) duren, afhankelijk van de complexiteit van de aanvraag en de controles van de belastingdienst. Er is vaak een vertraging door de grondige verificatie van economische activiteiten.
• Nederland:
Het proces is over het algemeen sneller. Zodra een bedrijf is geregistreerd bij de Kamer van Koophandel (KvK) en de gegevens zijn doorgestuurd naar de Belastingdienst, wordt het BTW-nummer binnen enkele weken verstrekt.
3. Documentatievereisten
• Spanje:
De vereisten zijn strikter. De aanvrager moet vaak uitgebreide documentatie overleggen, zoals:
• Bewijs van economische activiteit (bijv. huurcontract, bankafschriften).
• Specificaties van de verwachte intracommunautaire transacties.
• Identificatie- en registratiegegevens van de onderneming.
• Nederland:
De documentatievereisten zijn minder streng. Voor een standaard inschrijving bij de KvK worden basisgegevens over de onderneming verstrekt. Alleen in specifieke gevallen kan aanvullende informatie worden opgevraagd.
4. Controle op gebruik
• Spanje:
De Spaanse belastingdienst houdt streng toezicht op bedrijven met een intracommunautair BTW-nummer. Het nummer kan worden ingetrokken als het niet actief wordt gebruikt of als blijkt dat de onderneming niet voldoet aan de eisen.
• Nederland:
In Nederland is het toezicht minder intensief, maar ook hier kan het nummer worden ingetrokken als blijkt dat de onderneming geen intracommunautaire transacties uitvoert of niet aan de voorwaarden voldoet.
5. Communicatie met de belastingdienst
• Spanje:
Communicatie verloopt vaak in het Spaans en is meer bureaucratisch. Elektronische indiening van documenten via het online portaal van de Agencia Tributaria is gebruikelijk.
• Nederland:
De communicatie is doorgaans eenvoudiger en efficiënter, mede dankzij duidelijke richtlijnen en ondersteuning in het Nederlands.
LET OP: ZOLANG JE IN SPANJE HET NUMMER NIET HEBT GEKREGEN MAG JE GEEN TRANSACTIES DOEN MET DE IN NEDERLAND BEKENDE "BTW VERLEGD" DUS 0% BTW OF IVA.
Foutief gebruik van het intracommunautaire nummer wordt in Spanje direct bestraft met boetes.
Samenvatting:
Het proces in Spanje is strenger, tijdrovender en vereist meer documentatie dan in Nederland. Nederland biedt een eenvoudiger en sneller traject, waarbij het intracommunautaire BTW-nummer meestal automatisch wordt verstrekt bij de registratie als BTW-plichtige. In Spanje moet daarentegen een aparte aanvraag worden ingediend en vindt meer controle plaats.
Dit geldt zowel voor BV's en SL's als voor zelfstandigen (in Spanje autónomo's)
Reacties
Een reactie posten